Seksueel misbruik in de sport is iets dat we allemaal samen moeten aanpakken.

Imade Annouri
3 min readNov 9, 2017

--

“Die man heeft mijn jeugd afgepakt en hij staat nog op de mat.” Het is maar één van de vele hartverscheurende citaten uit de Pano-reportage van gisterenavond over seksueel grensoverschrijdend gedrag in de sport. Drie moedige vrouwen en een vader getuigen over hun gruwelijke ervaringen. Het is onmogelijk om als kijker geen wrange smaak in je mond te krijgen. Om niet te voelen hoe je tenen zich opkrullen van verontwaardiging bij het zien en horen van zoveel onrecht, afgevuurd op onschuldige kinderen wiens grootste sportdroom hun grootste nachtmerrie werd. De reportage gisteren bracht een verhaal van overschreden grenzen, jarenlange machteloosheid en littekens bij slachtoffers, hun familie, hun partners. Toen ik het verhaal van Leen, Jolien en Julie voor het eerst hoorde, kwamen er bij mij meteen twee vragen op: hoe is dit mogelijk en wat kunnen we eraan doen?

Mensen en macht

Die eerste vraag moeten we als samenleving minstens even ernstig durven nemen als de laatste. Hoe kan het dat bepaalde mensen nog steeds rondlopen met het idee dat ze ongestraft hun gang kunnen gaan met weerloze slachtoffers?

De verhalen over seksueel overschrijdend gedrag in de sport beperken zich niet tot Vlaanderen. Maar ook niet tot sport alleen. Lees er de #metoo-tweets van de afgelopen weken maar eens op na: het probleem komt letterlijk in alle sferen van de maatschappij voor. Van de showbizz over de media naar de cultuursector en de hulpverlening tot de academische wereld en de politiek toe. Het is overal en iedereen kan slachtoffer worden. Man, vrouw, jong, oud, homoseksueel of hetero. Overal waar mensen en machtsverhoudingen zijn, stelt zich dit probleem. Net daarom is dit zo’n complex kluwen. Net daarom word je er verdomd kwaad, gefrustreerd en bij momenten ronduit radeloos van. Betekent dit dat we er niets aan kunnen doen en er ons bij moeten neerleggen? Allerminst.

Wat doen we er dan aan? Het goede nieuws is dat we met Vlaanderen al veel kunnen doen. Allereerst subsidieert Vlaanderen de verschillende sportfederaties. Subsidies kunnen we afhankelijk maken van de manier waarop federaties omgaan met preventie rond het probleem. Preventie en educatie vormen een tweede pijler. Iedereen die betroken is bij een sportclub moet weten wat seksueel grensoverschrijdend gedrag is. Wat kan er? Wat kan er niet? Hoe ga je om met afwijkend gedrag? En ook: bij wie kan je terecht als er iets voorvalt of als je een vermoeden hebt? Elk kind leert dat je bij een brand de brandweer belt. We moeten exact hetzelfde kunnen bereiken op vlak van seksueel grensoverschrijdend gedrag. Iedereen moet een hulplijn kunnen inschakelen. Uiteraard moeten de sportfederaties hierin gesteund worden door de Vlaamse overheid, met een taskforce van experts die vormingen verzorgen. Er is dringend nood aan een mentaliteitswijziging. Het taboe dat velen onder ons ervan weerhoudt om over seksualiteit in het algemeen en grensoverschrijdend gedrag in het bijzonder te praten moet worden doorbroken. Al te vaak worden er zaken uit schroom onder de mat geveegd en geminimaliseerd. Dit kan pas stoppen van zodra clubs niet meer bang zijn om over zulke gevoelige thema’s te praten. Een goede preventieve werking moet een kwaliteitslabel zijn in plaats van een taboe.

Dit zijn slechts drie dingen die we samen met de sportfederaties, expertenorganisaties als Voice Vlaanderen en de politiek makkelijk en op korte termijn kunnen en moeten realiseren. Maar ook jij en ik kunnen vandaag al een verschil maken, als “bystanders”. Als je iets ziet gebeuren rondom je in de sportclub, op het werk, bij het uitgaan, … waarvan je vermoedt dat het niet klopt, blijf dan niet zitten met je vermoedens. Informeer je en zoek uit wat je kan doen om te achterhalen of je vermoedens gegrond zijn. Liever een vraag te veel die ongegrond blijkt dan een terechte vraag die nooit werd gesteld. Dat zijn we Leen, Jolien, Julie en vele anderen verschuldigd.

--

--